Wakker worden, het is tijd om op te staan! Marjanne en Chris in hun pluimveehouderij zullen er geen moeite mee hebben. Op hun biologische pluimveehouderij lopen honderden hanen rond, dus ze zijn aardig wat gekakel en gekukel gewend. Op de meeste (zelfs biologische) kippenbedrijven is echter geen enkele haan te vinden: “Te duur", weet Marjanne. “Hanen eten nou eenmaal meer voer dan een hen, én ze leggen natuurlijk niet - dus het kost een kippenboer teveel om de hanen erbij te houden”. Maar ja: uit de helft van de broedeieren komt nou eenmaal… een haantje!
Een gemiddelde leghen leeft 1,5 jaar, maar als een kuiken de pech heeft als haantje geboren te worden, ziet hij het einde van zijn eerste levensdag niet. De haantjes de klos, waarom zouden we dat eigenlijk nog accepteren? Marjanne en Chris van de Lankerenhof proberen al jaren een mentaliteitsverandering teweeg te brengen. Zij fokken zelf biologische broederhaantjes op, die een volwaardig leven krijgen, naast hun zusjes leghen. Een unicum in Nederland!
Maar over niet al te lange tijd zullen meer boeren moeten volgen. De Europese regelgeving verandert, en de maatschappelijke wens om méér te doen met ‘reststromen’ wordt steeds sterker. Daarom is het bijvoorbeeld in Duitsland vanaf januari 2022 verplicht voor biologische boeren (de grootste groep onder hen, met een bepaald Duits bio-keurmerk) om hun haantjes te laten leven. Het probleem? De markt voor hanenvlees blijft enorm achter. Je zou kunnen zeggen, ‘wat de boer niet kent, dat eet hij niet’, maar in dit geval is het andersom. Het grote publiek kent de smaak van haantjesvlees nog niet, terwijl kip en met name kipfilet het meestverkochte vlees van Nederland is. Waarom zouden we dan niet haantjesvlees eten? “Als je eieren eet, neem dan ook je verantwoordelijkheid voor het restproduct. Dit past heel goed in het menu van de flexitariër, toch? We moeten als producent echt het eerlijke verhaal vertellen.”
De vraag naar het vlees van haantjes ontstaat niet van de ene dag op de andere. Een klein deel van het vlees kan in grillworst, kipnuggets of frikandellen eindigen. Maar daarmee is het probleem niet opgelost.“En als resultaat worden die geslachte haantjes dus massaal gedumpt, op de Afrikaanse markt,” vervolgt Chris hoofdschuddend. “Is dat nou de toekomst van de landbouw? Ik vind dat je als boer verantwoordelijk bent dat er ook voor de haantjes een bestemming is. En als consument die eieren eet, draag je óók verantwoordelijkheid. Het vlees van de haantjes is bovendien prachtig, en heel smaakvol.” Dat beaamt Nel Schellekens (de beroemde ‘kop tot kont’ chef) - en ook Alain Caron en Yvette van Boven kookten al eens met de haantjes van de Lankerenhof. De smaak van haantjesvlees? “Iets tussen kip en fazant in.” Perfect om coq-au-vin van te maken, of hele haan uit de oven.
Het opfokken van de haantjes is nog niet zo makkelijk… Marjanne vertelt: “Je kunt geen groep hanen lang bij elkaar houden, want dan vechten ze elkaar de tent uit.” Als de haantjes in de puberteit komen, beginnen de hormonen te gieren en krijg je met veel hanen bij elkaar letterlijk een hanenarena. Dat is het moment, zo tussen de 13 en 16 weken, dat de dieren naar de slacht gaan.
Vanaf 5-6 weken krijgen de hanen ook ander voer dan hun leghennenzusjes, meer gericht op het aanzetten van vlees dan op eierproductie. Bij Marjanne en Chris krijgen de dieren biologisch opfokvoer; bestaande uit o.a. tarwe, haver, gerst, maïs, sojaolie, erwten, en zonnebloempitten. De hanen en hennen lopen binnen op vlas en gehakseld olifantengras, ‘miscanthus’ - een soort hoog gras dat lijkt op bamboe, maar die hier lokaal geteeld wordt. Ook in de uitloop staan volop bomen, struiken en dit hoge olifantengras. Marjanne en Chris zien ook hier de waarde van hanen op het erf. Ze houden een aantal hanen tussen de leghennen. “Een haan beschermt van nature de hennen, bijvoorbeeld wanneer er roofvogels boven het erf cirkelen. En hanen staan aan het hoofd van de pikorde. Hennen onderling kunnen ’t elkaar aardig lastig maken, maar met een haan erbij ontstaat er zichtbaar meer rust in de koppel. Zo gaat het in de natuur ook.”
“Ons ideale toekomstbeeld is dat er geen dieren meer speciaal voor vlees worden gehouden, maar dat je die dubbeldoelrassen kiest. Dus legkippen, waarvan de hennetjes eieren leggen én als soepkip mogen eindigen, maar waarvan de haantjes ook een goede vleesopbrengst hebben. Niet dat doorgefokte, dat extreme, gericht op óf eierproductie óf vlees. Dat levert kwetsbare dieren op. En als je de legkippen en haantjes dan ook meer op reststromen kan voeren... dat daar meer onderzoek naar komt, dat zou mooi zijn, toch?”
Vooralsnog is het toekomstmuziek: eerst moet de markt voor haantjesvlees op orde zijn.
“Weet je wat het is?” besluit Marjanne, “Producenten willen graag verduurzamen, maar we móeten consumenten daarin meenemen. Anders produceren we voor niks, dan blijven we zitten met onze mooie idealen. Als we veranderingen willen zien in onze landbouw, dan moeten mensen weten waar we mee zitten.”
Met de haantjes, in dit geval. Ze horen erbij - geef ze hun waarde. Genieten van lekkere eitjes - dat betekent een hennetje op z’n tijd - én een haantje voor in de pot. Precies zoals de natuur bedoelt heeft…?
- Alain Caron kookt 'Coq Au Vin' met Lankerenhofhaantjes.
- Kop tot kont chef Nel Schellekens over het Hollandse haantje