Maak eerst de basisvinaigrette: meng wat olijfolie met handje gesnipperde bosui, een klein scheutje azijn en een kneepje citroensap. Met een eetlepel honing erbij is 'ie af. Maar doe dit naar smaak :-) Voor Mari's recept gebruik je 120 ml vinaigrette. 

1. Maak nu de radijsjes aan met de vinaigrette zodat ze even kunnen marineren.
    
2. Verdeel de rabarber over een platte schaal en strooi de couscous erover (bereid die zoals hierna beschreven).
    
3. De couscous maak je nu zo: breng de bouillon aan de kook. Schenk de hete bouillon over de platte schaal tot de couscous anderhalve centimeter onderstaat. Dek de schaal (over de rand) af met vershoudfolie of een doek, en laat de couscous in circa 15 minuten wellen en het vocht opnemen.
    
4. Werk de korreltjes mooi los, dat gaat het best met ingeoliede handen – de olie geeft bovendien meteen smaak.
    
5. Als de couscous nog te heet is om aan te pakken, begint u eerst met een vork.
    
6. Meng de rucola door de couscous als hij is afgekoeld. Maak op smaak met peper & zout. En verder met smaakmakers al naar gelang de toepassing, in dit geval is komijn een uitstekende combi!
    
7. Geef de radijsjes er apart bij, en eventueel landbrood met zoute boter bij. Misschien ook een stukje feta.

Mari's culi-tip voor radijsloof: Gooi het niet weg! Snijd het radijzenloof en pureer het met een paar druppels citroensap en zoveel neutrale olie dat het een dikke groene olie wordt. Maak op smaak met peper & zout en eventueel een beetje honing. Gebruik de radijzenolie in soepen, of door pasta of risotto. Of houd hem dikker, pureer eventueel blanke amandelen mee en maak er een smeerseltje van.