1. Meng in een kom bloem, boter, 2 eieren, een kneepje zout, de helft van de knoflook en driekwart van de wijn tot deeg. Kneden hoeft niet; als het tot een bal te vormen is, is het klaar. Laat hem afgedekt 1 uur in de koeling rusten terwijl u de vulling maakt.

2. Fruit in een ruime pan met wat olijfolie de cavolo, ui en de laatste knoflook. Blus af met de laatste wijn en laat in een paar minuten het vocht nagenoeg verdampen. Laat iets afkoelen.

3. Rol intussen het deeg uit tot 2 cirkels van 2 millimeter dik (als het te plakkerig is tussen 2 vellen bakpapier, bebloem ze regelmatig en draai steeds om); één passende en één iets te grote. Bekleed een lage, ronde ovenschaal met de grootste lap en laat het deeg iets over de rand hangen. Meng de paddenstoelen, ricotta, kaas en het laatste ei door de lauwe cavolo en maak af met peper & zout. Stort de vulling

4. gelijkmatig in het deeg.

5. Dek af met de tweede lap deeg, vouw het overhangende deel eroverheen en knijp het deeg rondom tegen elkaar c.q. dicht. Druk (met een vork) een beetje omlaag, zodat de rand niet te veel omhoog staat — uitsteeksels verbranden sneller. Bestrijk

6. met olijfolie en strooi er een kneepje grof zeezout over.

7. Zet in een oven van 180 C en bak in circa 30 minuten goudbruin.

Serveertip: een gerecht op zich, er zou nog een frisse salade bij kunnen, lekker, met zilveruitjes of zo.

Houdbaarheid: 3 dagen. Hij kan ook prima koud gegeten worden trouwens, als lunch bijvoorbeeld.

Recept: Yvette van Boven