Vroeger kleurden de Nederlandse weilanden in mei geel. Van boter- en paardebloemen. Samen met nog veel meer inheemse weiland kruiden - die ontzettend gezond zijn voor de herkauwende koe - lieten ze het landschap gonzen van de bijen en andere insecten. Een rondje met de auto leverde steevast een compleet dichte voorruit op.
Binnen de gangbare melkveehouderij worden kruiden tegenwoordig als te concurrerend beschouwd voor het veel productievere en amper bloeiende engels raai gras. Ze worden dan ook niet mee gezaaid en zelfs chemisch bestreden, mochten ze wel ontstaan.
Vanuit de auto herken je deze weides als keurig, strak groen 'asfalt'. En de voorruit... die blijft als gevolg hiervan een stuk schoner, nietwaar?
Het leverde gele melk en boterzachte kaas op. En de boter zelf? Die moest in de koelkast blijven, anders dreef ie het pakje uit.
Hoe dit komt? Geler wordt de melk van caroteen. Precies, dat zit ook in wortels, maar dus ook in kruiden, klavers en vers gras. 'Verse' caroteen kan de koe makkelijk omzetten in vitamine A en komt zo ook voor ons beschikbaar.
Zachter wordt kaas en boter van een hogere concentratie essentiële Omega-3 vetzuren. Exact, die ook in vis zit en zo gezond is. Vers gras, klavers en kruiden bevatten ze ook (net als verse bladgroentes trouwens) en ook nog eens van hoge kwaliteit.
Krachtvoer zoals maïs, granen en soja, die volgens biologische normen niet of in veel mindere mate worden gevoerd dan in de gangbare melkveehouderij, leveren vooral het in ons voedsel - en dus ook in ons lichaam - veel teveel voorkomende omega-6 vetzuur op.
Kort gezegd: Teveel Omega-6 maakt cellen harder, terwijl omega-3 ze juist zachter maakt. Dat laatste is veel gezonder en tref je dus meer in melk van biologische gras-klaver-kruiden gevoerde koeien aan.
En omdat onze biologische melkveehouders - zonder overdreven romantisch te willen doen - veel meer naar het 'principe van vroeger' werken, is bovenstaand de reden waarom onze Graskaas niet alleen geler en smeuïger, maar ook gezonder én lekkerder is!