Zo maak je Kimchi van bloemkool:
Verwijder het schudblad van de bloemkool en verdeel de bloem in kleine roosjes. Snijd de stronk in kleine blokjes.
Doe 1 liter water in een maatbeter en voeg 40 gram zout toe. Roer totdat het zout helemaal is opgelost, doe de kurkuma en kerrie, de rode peper, gember en bloemkool in een grote ppot en overgiet met pekel (gezoute water).
Gebruik een schutblad van de bloemkool om de bloemkoolroosjes onder de pekel te houden. Sluit de pot als je een weckpot gebruikt.
Laat de bloemkool een week fermenteren. Proef, zuur genoeg? Zet de pot dan koud weg tot gebruik.
Voor de salade en dressing:
Kook de linzen en de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. (dit kan je de avond van tevoren ook al doen).
Maak de dressing door 2 el witte tahin, 1 uitgeperst teentje knoflook, 1 tl citroensap en 2 el tamari door elkaar te mengen. Zet deze even weg tot gebruik.
Was en droog de raapstelen en snijd ze in stukjes. Snijd de komkommer in blokjes. Maak de granaatappel schoon en doe de pitjes in een bakje. Snijd de bosuitjes in dunne ringetjes en hak de cashewnoten grof.
Meng de rijst met de linzen, raapsteeltjes, komkommer, bloemkoolroosjes en dressing.
Bestrooi de salade met granaatappelpitjes, cashewnoten, bosui en sesamzaadjes.
