Voor de kimchi van radijs:
Was een bosje radijsjes en ontdoe ze van worteltje en kroontje.
Doe 250 ml water in een maatbeker en voeg 10 gram zout toe. Roer goed door totdat het zout is opgelost.
Leg drie kardemom peulen en een chilipepertje onderin de pot (een pot van 500 ml is goed) en leg daar de radijsjes bovenop. Overgiet dit met de pekel. Leg iets zwaars op de radijsjes zodat er geen zuurstof bij het ferment kan komen. Doe de deksel losjes op de pot (wanneer je een weckpot gebruikt kun je hem sluiten. Laat de radijsjes een week fermenteren. Proef, zuur genoeg? Zet de pot dan tot gebruik in de koelkast.
Als je kimchi klaar is, kun je verder met de soep.
Snijd de champignons in plakjes.
Pel de knoflook en schil de gember en hak ze fijn. Verwarm de olie in een soep/steelpan. Bak hierin de knoflook, gember en champignons een paar minuten.
Voeg dan de sojasaus toe, roer nog even om en giet dan een liter water erbij. Laat op zacht vuur warm worden.
Schil de wortels en schaaf er dunne slierten van met behulp van een kaasschaaf.
Snijd het witte van de paksoi in kleine blokjes en het groen in dunne repen.
Snijd de bosuitjes in ringetjes. En de gefermenteerde radijsjes in plakjes.
Vul vier kommen met de gesneden rauwe groenten. Zet de bouillon van het vuur en voeg de misopasta toe, roer goed (met een garde) totdat de pasta is opgelost. Giet de soep over de kommen.
Garneer met de gefermenteerde radijsjes, kiemen, bosui en evt een handje sesamzaadjes. Met gekookte ramen en een zacht gekookt ei erbij een zeer complete en gezonde maaltijd!
