Power to the pieper: nieuwe oogst aardappels!

En: hoe houden biologische telers hun aardappels gezond?

 

Het voordeel van een vroege oogst

De vroegste Nederlandse aardappels worden gepoot in februari of maart en groeien onder folie, zodat ze warmer blijven. In Limburg vindt traditioneel de eerste oogst van nieuwe aardappels plaats, omdat het daar het warmst is en de zavelgrond perfect is voor aardappelteelt.

Als aardappels langer in de grond worden gelaten, ontwikkelt hun schil zich en wordt steeds steviger, dikker. Dat maakt latere bewaring makkelijker. Die latere rassen worden pas in september of oktober geoogst, en ’s zomers moeten aardappeltelers bidden (en hard werken!) om de beruchte schimmel phytophthora het hoofd te bieden. Hoe werkt dat in de biologische en gangbare teelt?

Zo houden biologische telers hun aardappels gezond

Feit is, dat de aardappelteelt een van de meestbespoten in ons land is. Hier is het verschil tussen reguliere teelt en biologisch dus erg groot. In smaak en voedingswaarde, ongetwijfeld - maar ook in residuen van bestrijdingsmiddelen. Waar zit 'm dat nou in?

Voor oogst in augustus en september moeten telers aardappels door de ‘lastige’ zomer loodsen. Als er veel regen valt, ligt de beruchte schimmel phytophthora op de loer. Het is in ons klimaat eigenlijk zo, dat vroeg of laat die schimmel altijd wel opduikt. Reguliere aardappelboeren spuiten dan flink, meestal wekelijks tijdens de groei, om hun gewassen ‘gezond’ (what’s in a name…) te houden.

Maar deze lastige schimmel is ook voor bioboeren een flinke uitdaging. Als aardappelplanten eenmaal aangetast zijn, moet een boer soms genoegen nemen met een (flink) kleinere opbrengst. Chemisch-synthetisch bestrijden is geen optie. Gelukkig kennen bioboeren andere manieren om hun gewassen gezond te houden: de focus ligt in de biologische teelt op preventie. Limburgse teler Ellen:
 

"Als een gewas vitaal en krachtig is van zichzelf, hebben schimmelziektes minder kans om schade aan te richten."

En er worden verschillende nieuwe aardappelrassen uitgeprobeerd, die vroeger geteeld kunnen worden en/of een hogere resistentie hebben tegen de gevreesde phytophthora. De aardappelteelt vraagt continue om nieuwe ontwikkelingen. Tja, wat de boer niet kent… ? Gouwe ouwe ‘Bintje’ of ‘Eigenheimer’ moeten helaas enorm overeind gehouden worden met kunst(mest) en vliegwerk...

Bij aardappels is het ook meer dan gemiddeld belangrijk om teeltwisseling toe te passen: niet jaar na jaar op dezelfde plek telen. Ook weer een bonus van biologisch boeren: daar is teeltwisseling voor een levendige bodem altijd al een vuistregel.