Wat een enthousiasme na mijn eerste blog over kiemgroenten! Op veler verzoek deze maand meer over kiemen, met praktische tips om thuis je eigen kiemgroenten te laten groeien, bijvoorbeeld in een weckpot!
Maar ook; welke kun je zo eten en welke kun je beter eerst verhitten. En we hebben weer een paar heerlijke gerechten voor je klaar staan met kiemen erin.
De basis is simpel. Alle (groente)zaden, pitten, granen, peulvruchten en noten kun je laten kiemen. Lekker, makkelijk en gezond. Maar er zijn grote verschillen in hoe je ze kunt eten.
De basis is simpel. Alle (groente)zaden, pitten, granen, peulvruchten en noten kun je laten kiemen. Lekker, makkelijk en gezond. Maar er zijn grote verschillen in hoe je ze kunt eten.
De kiemen van groenten, zoals broccoli, radijs en preischeuten, maar ook alfafa en tuinkers kunnen rauw gegeten worden. Maar kiemen van peulvruchten zoals kikkererwten, linzen en sojabonen (‘sprouty’ kiemen en taugé) kun je beter nog even verhitten voor consumptie.
Rauwe bonen bevatten namelijk lectine, een natuurlijke gifstof waarmee een plant zich beschermt tegen insectenvraat. Een deel van de lectine verdwijnt tijdens het kiemproces, en een deel tijdens verhitting. En daarbij smaken warme gekiemde peulvruchten lekkerder dan rauwe ;-)
Kiemen van granen worden worden voornamelijk gebruikt om gekiemd brood van te bakken, of voor tarwegras smoothies bijvoorbeeld. Eenmaal gekiemd bevatten granen meer vitamines en mineralen en deze zijn ook beter beschikbaar, doordat onze darmen gekiemde granen makkelijker kunnen verteren.
Om thuis aan de slag te gaan met kiemen zijn er verschillende methodes. In de vorige blog schreef ik over de klassieke watten op een schoteltje-methode. Heel geschikt voor fijn zaad, zoals alfalfa of tuinkers. Mijn persoonlijke favoriet is kiemen in een weckpot: ideaal voor grotere zaden en peulvruchten, om je eigen taugé of broccolikiemen te kweken.