Omschrijving
Ca. 500-750 g per persoon nodig.
Tuinbonen - dikke duimen!
Zo veel tuinbonen heb je nodig
Reken 500-750 gram ongedopte tuinbonen per persoon. In de forse viltachtige peul zitten meestal 3-5 zaden. Na het doppen blijft er ruim 135-200 gram over.
Zo bewaar je tuinbonen goed
Tuinbonen zijn 4-5 dagen in een papieren of (composteerbare) plastic zak in de koelkast bewaarbaar.
Tips & tricks voor het gebruik van tuinbonen
Tuinbonen kenden we in ons land voor de andere soorten bonen, die oa meekwamen met de ontdekkingsreizigers. Tegenwoordig zijn er mensen die nog nooit verse tuinbonen gegeten hebben, maar ze alleen uit een potje kennen. EET tuinbonen vers van het land! Hoe jonger en verser, hoe beter.
Als tuinbonen wat ouder zijn, kunnen ze een lichte bittertje, veroorzaakt door looizuur, hebben. Van oudsher worden tuinbonen met bonenkruid gegeten, wat winderigheid zou tegengaan. Tegenwoordig is dat bonenkruid een beetje een generatieding. Mensen onder de 50 vragen er niet naar.
Afhankelijk van de grootte van de zaden, kook of stoom je ze in 5-10 minuten gaar. Hele jonge frisgroene tuinboonpeulen kun je met schil en al in 45-60 minuten mals stoven. Haal van te voren van weerszijden van de peul de puntjes eraf en trek eventueel een draad mee.
Doppen
Dop de peulen vlak voor het bereiden en leg de zaden eventueel in zout water om bruinkleuring te voorkomen. Maak van het doppen een gezellig werkje met een aantal gezinsleden. Doptrucje: druk met je nagel op de middennaad of met twee duimen op de bolle kant van de peul, zodat deze open gaat, waarna je de zaden er met een vinger uit kan ritsen.
Een bijzondere lekkernij is de dubbel gedopte tuinboon. Na het enkel doppen gaar je de bonen en kun je de heldergroene boontjes zo uit het grijsgroene vliesje drukken. Het is wat werk en de opbrengst is gering, maar het is zeker de moeite waard.
